Jarenlang voerden de nationale rassenlijsten de boventoon. Maïstelers maakten meestal hun keuze op basis van cijfers. Landbouwkundige eigenschappen voerden nooit de boventoon, maar worden wel steeds belangrijker.
Een meerjarige lijst zegt iets over het potentieel van verschillende rassen. Dit geeft echter geen garantie voor de praktijk op jouw perceel. De gehele teelt bepaalt uiteindelijk hoeveel van het potentieel in de praktijk bereikt kan worden. Bemesting, structuur en klimaat zijn hierbij steeds meer van invloed.
Ben je als teler gebaat bij het ras met het hoogste potentieel? Of ga je voor bedrijfszekerheid? In Nederland mogen we steeds minder bemesten en typisch ‘Nederlands weer’ blijkt ook niet meer te bestaan. Afgelopen jaar zagen we opnieuw dat het weer niet bij onze landsgrenzen ophield.
Agrotechnics toetst al jaren rassen in de praktijk bij boeren in binnen- en buitenland in verschillende klimaten. Met name landbouwkundige eigenschappen, zoals droogtetolerantie, vatbaarheid voor schimmels, legering en greensnap komen vaak pas in extreme jaren tot uiting. Rassenonderzoek koppelen aan praktijkpercelen in binnen- en buitenland geeft veel meer inzage in bedrijfszekerheid van rassen; dit geeft meer oogstzekerheid. Behalve opbrengst is het zaak om ook een goede voederwaarde te handhaven.
Rassenlijsten geven aan wat in theorie mogelijk is. Maar enkel de ervaringen van de boer bepalen de gebruikswaarde hiervan.
Een goede rassenkeuze staat niet op zich, maar is onderdeel van een gedegen plan (lees ook onze blog over ‘efficiënt ruwvoer telen’). Door een goed plan te maken kies je voor bedrijfszekerheid. Door over de lange termijn na te denken, kun je in de toekomst blijven ondernemen.